Uit de Echo van 8 september 1999
Brandvertragers in resten El AL Boeing mogelijk oorzaak gezondheidsklachten
Opzienbarende ontwikkeling na bevinding chemicus over Bijlmer vliegramp
BIJLMERMEER - "Ik zeg niet dat het zo is, maar er zijn wel sterke aanwijzingen die het vermoeden doen bevestigen, dat de symptomatische klachten van zo'n 1000 Bijlmerbewoners, die na het neerstorten van de El Al Boeing zijn opgetreden, het gevolg zijn van vergiftiging door brandvertragers. Alle onderzoeken ten spijt is de oorzaak van die klachten nog steeds onduidelijk."
Tot die onthutsende en confronterende uitspraak komt de Haarlemse chemicus dr. Jan
Zonjee, die al elf jaar verbonden is aan BVDA International; het bedrijf dat is
gespecialiseerd in het zichtbaar maken van achtergelaten sporen (lees: vingerafdrukken)
van criminelen op ramen, deuren, vervalste en gestolen cheques.
De door de BVDA ontwikkelde 'receptuur' vindt gretig aftrek in meer dan 60 landen. Hangar 8
Allesbehalve beroepsmatig ontdekte Zonjee enkele maanden terug iets bijzonders. "Wij
hebben regelmatig contact met een Eindhovense politieman, Theo Velders. Hij is
rechercheur en goed bezig met zijn vak. Vooral identificatie door middel van
vingerafdrukken spreekt hem aan. Zijn manier van werken en de interesse voor ons vak
zorgde voor een bijzondere vriendschap," leidt Zonjee zijn verhaal in. Om te vervolgen
met: "Een paar maanden geleden kwam hij weer op bezoek en was niet echt meer de oude.
Hij kwam met niet gespecificeerde lichamlijke klachten. In de eerste instantie denk
je: ach, iedereen voelt zich wel eens niet lekker. Maar nadat hij vertelde dat hij
voor het Rampen Identificatie Team in de veelbesproken hangar 8 op Schiphol had
gewerkt, werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Tot zover niets opzenbarends, maar de vreemde lichamelijke, en ook psychische, uitingen van Velders zetten de chemicus aan het denken. "Ik wilde inzicht krijgen in de aard en omvang van zijn klachten en ben via internet aan het speuren gegaan. Mijn verwondering steeg toen ik ontdekte, dat begin '73 in de staat Michigan, Verenigde Staten, een geval is geweest, waarbij 10 tot 20 zakken (van waarschijnlijk zo'n 25 kg per stuk van FireMaster PB-6, een polybroombiphenyl (PBB)), per ongeluk in een grote partij veevoeder terecht was gekomen. Het resultaat was een gigantische besmetting van de veestapel, waardoor honderdduizenden dieren moesten worden afgemaakt. En er trad ook een wijdverspreide besmetting op van de bewoners van Michigan via melk en vlees. Uiteindelijk bleek, dat bij 97 % (!) van de inwoners na enige jaren PBB's in het lichaam werden geconstateerd. En dat zij daardoor lichamelijke klachten kregen, die parallellen vertonen met die van Velders. Klachten van neurologische aard (hoofdpijn, misselijkheid en geheugenproblemen), pijnen aan gewrichten, uitslag en darmklachten. Symptomen van vergiftiging in lage concentraties door PBB's. Pijnlijke gewrichten, aanvallen van wazig zien en spierzwakte blijken in vergelijking met vergiftiging met andere chemicaliën overeen te komen met die door PBB's. Rotzooi
Na het lezen van verschillende rapporten kwam Zonjee tot de conclusie dat de
symptomen na de vliegramp en na de Michigan affaire als twee druppels water op elkaar
lijken. Ook staat op internet dat de stof gemakkelijk via de longen kan worden
opgenomen. "Dat komt doordat die rotzooi niet verbrandt. Het verdampt en je ademt
het in," zegt Zonjee. "Bij de Bijlmerramp is nog niet gezocht naar PBB's. Het is een
apolaire stof, die niet in speeksel of bloed kan worden aangetroffen. Er moet
vetweefselonderzoek worden gedaan om PBB's of aanverwante stoffen te constateren." Concentraties
Het feit, dat de PBB's en PBDE's tot nu toe niet zijn gevonden in het bloed en andere
lichaamsvloeistoffen van mensen die gezondheidsproblemen hebben, is volgens Zonjee
niet verbazingwekkend. "De tot nu toe gebruikte analysemethodes kunnen met grote
waarschijnlijkheid PBB's en PBDE's helemaal niet aantonen. Ten tweede zijn PBB's en
PBDE's in heel geringe concentraties giftig en zijn zij opgeslagen in lichaamsvet en
niet of in nauwelijks waarneembare concentraties terug te vinden in het bloed. In
het eerder genoemde rapport wordt een gehalte van 0,4 ppm in vet genoemd als een
gehalte waarbij al klachten optreden." Even uitrekenen op de achterkant van een sigarendoos leert het volgende: uitgaand van gezondheidproblemen bij een niveau van 1 ppm (part per million = 1 gewichtsdeel op 1 miljoen gewichtsdelen) van deze stoffen in het vetweefsel bij een persoon (zie het eerste rapport, waarin 0,4 ppm wordt genoemd). Minstens testje
Als we verder uitgaan van een vetgehalte van een mens van 10 % van 100 kg, dan zou
het binnenkrijgen van 10 mg al voldoende zijn om klachten te geven. Zonjee:
"Als blijkt, dat PBDE's zo makkelijk verdampen als in het tweede verhaal wordt
aangegeven, dan is de blootstellingsroute duidelijk. Het lijkt me dan ook zeer nuttig
om in het onderzoek dat de VU en het OLVG opzetten, monsterneming van vetweefsel mee
te nemen en dit te laten onderzoeken op PBB's, PBDE's en dioxines. In Nederland is de
expertise voor de analyse daarop blijkbaar al volop aanwezig."
|
Vervolgartikel d.d. 7 maart 2001
|